Introductie
Het is mogelijk om een workspace-omgeving van de ene instantie naar de andere te migreren. In dit artikel leggen we uit hoe dit proces werkt en wat er nodig is om dit te starten.
Migratieproces
De eerste stap is het indienen van het verzoek voor de migratie via een supportticket. Dit ticket moet worden ingediend door de oude of de nieuwe partner. De volgende informatie moet in het ticket worden opgenomen:
De naam van de omgeving die moet worden gemigreerd
Schriftelijke goedkeuring voor de migratie van alle betrokken partijen:
De klant
De nieuwe partner
De oude partner
Schriftelijke goedkeuring voor de kosten van de migratie (zie de prijspagina op het Partnerportaal)
Deze kosten worden gefactureerd aan de partner die het migratieverzoek indient.
Zodra het migratieverzoek is ingediend, neemt een supportmedewerker contact met u op om de migratie verder te plannen. Ondertussen kunt u de technische wijzigingen die voor en na de migratie nodig zijn, hieronder bekijken.
Let op bij de migratie!
Geen automatische rechten toekenning: Wij zullen geen rechten toekennen of uitgeven aan de nieuwe beheerder van de omgeving. Zorg er als nieuwe beheerder voor dat je de benodigde rechten direct vanuit de klant ontvangt.
Verwijderen van adminrechten: Het is raadzaam om de adminrechten van de latende partij na de migratie te verwijderen. Dit dient door de partner of klant zelf te worden uitgevoerd.
Workspace 365 verwijdert geen gebruikers binnen omgevingen.
Indien er vragen zijn over deze procedure, neem dan contact op met de verantwoordelijke beheerder of jullie contactpersoon binnen Workspace 365.
Technische wijzigingen
Als een Workspace 365-omgeving die gemigreerd moet worden geen aangepaste omgevings-URL heeft, verandert de URL voor eindgebruikers. Hiervoor zijn enkele wijzigingen nodig, zowel vóór als na de URL-wijziging. Bij de migratie van meerdere omgevingen moeten deze wijzigingen voor elke betrokken omgeving worden uitgevoerd.
Als een Workspace 365-omgeving die gemigreerd moet worden wél een aangepaste omgevings-URL heeft, is de enige technische wijziging het bijwerken van het CNAME DNS-record van het oude partner-DNS-record naar het nieuwe partner-DNS-record. Deze wijziging voorkomt toekomstige problemen en zorgt ervoor dat er geen downtime is.
Zonder aangepaste omgevings-URL
Als de omgeving geen aangepaste URL heeft, volgt u deze stappen:
Voor de migratie:
Ga naar de SSO-appregistratie in Azure en klik op Authentificatie.
Voeg een extra Redirect URI toe volgens het volgende formaat:
https://newpartner.url/environment/OAuth2/HandleAuthorityResponse
Vervang "newpartner.url" door de Instance URL van de nieuwe partner.
Vervang "omgeving" door de naam van de workspace-omgeving.
Verwijder de bestaande Redirect URL niet, aangezien gebruikers deze nog steeds zullen gebruiken om in te loggen tot de migratie is voltooid.
Na de migratie:
Ga naar de SSO-appregistratie in Azure en klik op Authentificatie.
Verwijder de oude Redirect URI (de URI met de URL van de oude partner).
Wijzig de Front-channel logout URL volgens het volgende formaat:
https://newpartner.url/environment/SignOut
Vervang "newpartner.url" door de URL van de nieuwe partner.
Vervang "omgeving" door de naam van de workspace-omgeving.
Sla de wijzigingen op in je app-registratie
Eindgebruikers kunnen nu inloggen op de omgeving via de nieuwe URL.
Zodra eindgebruikers de nieuwe URL beginnen te gebruiken:
Ga naar de SSO-app-registratie in Azure en klik op Authenticatie.
Verwijder de oude Redirect URL (deze bevat de instance-URL van de oude partner).
Pas de Front-channel logout URL aan volgens het volgende formaat:
https://newpartner.url/environment/SignOut
Vervang newpartner.url door de instance-URL van de nieuwe partner.
Vervang environment door de naam van de Workspace-omgeving.
Werk de URL bij zoals weergegeven in de welkomstmail. Zie dit artikel voor stappen hoe u dit kunt doen.